Waar het gebruik van een trekpaard vóór de uitvinding van de explosiemotor
simpelweg noodzakelijk was voor het transport van mensen en goederen per
koets, heeft het tuigrijden tegenwoordig nog slechts recreatieve en
sportieve betekenis. Oorspronkelijk trok een paard een koets met de hals.
Pas in het begin van de Middeleeuwen werden het haam- en borstgareel
uitgevonden, waardoor de trekkracht over de borst en de schouder van het
paard werd verspreid. Hierdoor verdubbelde de trekkracht van het paard.Het
trekvermogen van een paard is groter dan zijn draagvermogen. Zo heeft het
een maximale trekkracht van 67 tot 77% van het eigen lichaamsgewicht,
terwijl het nog geen 50% van zijn lichaamsgewicht kan dragen. De mensport
kent naast het recreatief rijden disciplines als het concours rijden en de
samengestelde mensport.
Samengestelde mensport
In de samengestelde mensport vormt ook dressuur een belangrijk onderdeel.
Deze sport heeft de laatste decennia steeds meer aan populariteit gewonnen.
Hierbij moeten de deelnemers zich presenteren, een dressuurproef uitvoeren
en een marathonrit van ca. 28 km afleggen waarbij ze onderweg te maken
krijgen met 6 hindernissen, smalle paden, wendingen tussen bomen, afdalingen
in meertjes en sloten en dergelijke. Tenslotte rijden ze een
hindernisparcours, waarbij ze hun rijtuigen behendig tussen dicht bij elkaar
staande bakens door moeten sturen, zonder dat deze, of de los erop liggende
balletjes, omvallen. De wedstrijden kunnen worden uitgeschreven voor een-,
twee- of meerspannen, voor tandems en voor twee- en vierwielige rijtuigen.
Voor deze wedstrijden worden paarden van vele rassen gebruikt:
Warmbloedpaarden, Friezen, Welsh Cobs, Oldenburgers, Clevelanders en
Hackneys. Zelfs Shetlanders komt men regelmatig tegen.
Na het eenspan
is het tweespan het meest gebruikelijk. Spannen met drie paarden kende men
alleen in Rusland: de trojka. Bij het vierspan worden twee maal twee paarden
achter elkaar gespannen. Het rijden met vereist een grote rijvaardigheid. In
Hongarije en Spanje rijdt men graag met vijfspannen, waarbij twee paarden
aan de dissel en drie vooraan lopen. Zes-, acht- tien- en twaalfspannen,
waarbij drie, vier, vijf en zes keer twee paarden achter elkaar gespannen
zijn, zorgen vooral voor spektakel tijdens schouwspelen.
Het mennen van
tuigpaarden, meestal concours rijden genoemd, vindt in de showring plaats.
De nadruk ligt op een fraaie vertoning en aankleding van zowel paard(en) als
menner, op een mooie verheven draf en een goede houding van het tuigpaard.
Paarden die voor deze wedstrijden worden gebruikt, worden hiervoor speciaal
gefokt met behulp van een onderafdeling van het KWPN (Koninklijk Nederlands
Warmbloed Paardenstamboek). Deze zijn uniek in de wereld.