Een paard kan de mens alleen vertrouwen als hij bij het africhten eerlijk en
rustig wordt behandeld. Door zijn goede geheugen leert hij snel, maar vergeet
hij opvoedingsfouten niet gemakkelijk. Daarom is het heel moeilijk een slecht
afgericht of behandeld paard weer in het gareel te krijgen. Ook traumatische
ervaringen vergeet hij niet gemakkelijk. Een paard komt dan ook bijna nooit over
schokkende ervaringen heen.
Paarden zijn natuurlijk verschillend van aard. Het ene is gewilliger, koppiger,
trager of levendiger dan het andere en ook zijn lichaamsbouw stelt grenzen aan
wat het paard kan leren. Toch is het aanpassingsvermogen van paarden bijzonder
groot waardoor dit gewillige huisdier heel uiteenlopende taken voor de mens
heeft leren verrichten: het dragen van lasten, het trekken van wagens, het
veilig vervoeren van mensen, het springen over hindernissen en het uitvoeren van
mooie passen. Hij is zelfs bereid door water te lopen en op te treden als
betrouwbaar rijdier in gevaarlijke situaties, zoals bij sommige jachtpartijen en
oorlogen. Dit doet het paard allemaal ondanks zijn angstige aard.