kudde dier
Start Omhoog Aanpassingsvermogen Communicatie Geheugen Gevaar kudde dier

 

Vermoedelijk zijn paarden in groepen gaan leven toen ze de bossen als leefgebied verruilden voor de steppes. Het leven in groepen was veiliger omdat de paarden elkaar konden waarschuwen bij naderend gevaar. Dit was in het open terrein van groter belang dan in de beschermende bossen. Deze behoefte aan veiligheid leidde tot een sterk ontwikkeld kudde-instinct. Veel in het karakter en het gedrag van het paard is terug te voeren op dit kudde-instinct. Als kuddedier trekt het paard graag op met andere dieren. Ook in de stal is het paard niet graag alleen en heeft het behoefte aan gezelschap, bijvoorbeeld van een geit, maar liever natuurlijk van een soortgenoot waarmee het kan communiceren.


Een goede omgang met paarden is alleen mogelijk als u een goed begrip van paarden heeft. Paardrijden betekent dat het paard wordt losgemaakt van de groep en als individu bepaalde oefeningen uitvoert. Zijn gehoorzaamheid aan de kudde moet dus worden omgezet in gehoorzaamheid aan de mens.


Behalve veiligheid en bescherming – samen sta je sterker dan alleen - verschaft de groep ook warmte. In de winter staat een kudde paarden daarom vaak in een kring met het hoofd naar beneden en het achterwerk naar buiten om elkaar warmte te geven en zelf warm te blijven. In deze houding kan de kudde ook roofdieren op afstand houden door massaal achterwaarts te schoppen met de hoeven. Een groep paarden is niet groot; doorgaans gaat het om groepen van zo'n 10 tot 12 paarden, die dicht bij elkaar blijven. Zo'n groep bestaat uit merries en wordt bijeengehouden en geleid door één hengst. Deze hengst bewaakt zijn harem goed en moet zijn positie voortdurend tegenover jonge hengsten bevechten. Hij maakt plaats voor een opvolger als hij te oud is en door een jongere hengst wordt overmeesterd.


 

Laatst gewijzigd om 21/02/2003